SV | En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden uitriep. |
WLC | וַיִּ֣פֶן יֹאשִׁיָּ֗הוּ וַיַּ֨רְא אֶת־הַקְּבָרִ֤ים אֲשֶׁר־שָׁם֙ בָּהָ֔ר וַיִּשְׁלַ֗ח וַיִּקַּ֤ח אֶת־הָֽעֲצָמֹות֙ מִן־הַקְּבָרִ֔ים וַיִּשְׂרֹ֥ף עַל־הַמִּזְבֵּ֖חַ וַֽיְטַמְּאֵ֑הוּ כִּדְבַ֣ר יְהוָ֗ה אֲשֶׁ֤ר קָרָא֙ אִ֣ישׁ הָאֱלֹהִ֔ים אֲשֶׁ֣ר קָרָ֔א אֶת־הַדְּבָרִ֖ים הָאֵֽלֶּה׃ |
Trans. | wayyifen yō’šîyâû wayyarə’ ’eṯ-haqqəḇārîm ’ăšer-šām bâār wayyišəlaḥ wayyiqqaḥ ’eṯ-hā‘ăṣāmwōṯ min-haqqəḇārîm wayyiśərōf ‘al-hammizəbēḥa wayəṭammə’ēhû kiḏəḇar JHWH ’ăšer qārā’ ’îš hā’ĕlōhîm ’ăšer qārā’ ’eṯ-hadəḇārîm hā’ēlleh: |
En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden uitriep.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden uitriep.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!